Canitrailen, hardlopen met je hond!
Zie je wel eens iemand hardlopen met een hond? Dat zou heel goed kunnen want het canitrailen of ook wel canicross wordt in Nederland steeds populairder. Zeker nu wij op het moment zoveel mogelijk alleen op pad mogen is het extra leuk om er alsnog samen, met je hondenvriend op uit te gaan. Maar net zoals je als beginnende hardloper voorzichtig en rustig moet opbouwen, moet je ook met de hond eerst starten met de basis.

Starten met canitrailen.
Allereerst is het belangrijk dat je een gezonde en fitte hond hebt. Je hond moet volgroeid zijn. Loop dus niet hard met een hond jonger dan 1 jaar en afhankelijk van het ras kan je soms zelfs beter wachten tot de hond 2 jaar is, zoals bij de Duitse Dog. Deze groeit trager en langzamer en heeft meer tijd nodig.
Als je hond fit, gezond en oud genoeg is ga je op zoek naar een goede uitrusting. Je hond loopt niet aan de halsband, maar in een hondentuig. De basisuitrusting bestaat uit:
- Een goed passend hondenharnas, deze heeft aan de voorzijde een Y-vorm en is gemaakt van flexibel materiaal.
- Een elastische lijn verbindt de hond met jou. Dit is de treklijn en hiermee zorg je ervoor dat de samenwerking tussen jullie beide goed verloopt, jij een goede looptechniek kan behouden en je hond jou via het harnas en de treklijn met het hele lijf kan ‘voorttrekken’. Het is namelijk de bedoeling dat je hond voor jou aan loopt en jou vooruit trekt.
- Jij draagt een heupgordel die om je benen en billen is bevestigd. Er zijn ook heupgordels verkrijgbaar die rond de taille gedragen worden, maar met een gordel die de kracht uit de bekken haalt, verkleint het risico op rugblessures. Je rug is een stuk kwetsbaarder dan de bekken.
- Een goede trailschoen is ook geen overbodige luxe. Hiermee heb je als hardloper goede grip op de onverharde paden.
De eerste kilometers
Al het materiaal in orde? Dan kan je starten met canitrailen! Net zoals jij als hardloper een warming up doet, is het verstandig ook je hond warm te laten worden. Ga eerst even wandelen, liefst aan de ‘normale’ riem, zodat de behoeftes gedaan zijn. Vervolgens het tuig aan en dat moet voor de hond ook een duidelijk moment van training zijn. Je kan de hond warm maken door eerst samen wat te draven, tempowisselingen te doen en oefeningen zoals slalommen en cirkels om de eigen as. Het hondenlichaam lekker los en soepel maken. Dan start je met rennen, eerst niet te ver en eventueel met wandelpauzes. Wennen aan het tuig, wennen aan elkaar en de andere manier van lopen. Zorg voor rust en wees de leider ondanks dat de hond jou vooruit trekt. Geef duidelijke commando’s, aan de oortjes kan je zien dat je hond met jou bezig is en actief luistert. De meest gebruikte commando’s:
- GO: Dit commando wordt vaak gebruikt bij de start van een training of wedstrijd, als een soort startschot.
- VOOR/DOOR: Hiermee geef je aan dat je hond voor je uit moet lopen, of bij gebrek aan aandacht kan je hiermee deze aandacht terug vragen.
- LINKS/RECHTS: Met deze commando’s geef je de richting aan bij een afslag of splitsing.
- RUSTIG/STOP: Je hond kan vooral in het begin van een wedstrijd of training enorm enthousiast zijn of getriggerd worden door iets wat in de omgeving gebeurd. Maar denk ook aan het afdalen of klimmen.
Kijk wat voor jou, voor jullie werkt en probeer de samenwerking zo sterk mogelijk neer te zetten. Jullie zijn een team.


Verdere aandachtspunten tijdens het canitrailen
De basis is gelegd, je kan starten met trainen en opbouwen, wellicht eens meedoen aan een canicross of canitrail bij jou in de buurt (wanneer het weer mag). Goed om dit verschil nog scherp te hebben: bij het canicrossen is snelheid een belangrijke factor, je hond trekt je voort en je probeert zo snel mogelijk, met een juiste techniek, een bepaalde (vaak kortere) afstand af te leggen. Bij het canitrailen draait het meer op de langere afstand, je loopt op uithoudingsvermogen en je zal vaak wat langzamer lopen, met hier en daar een pauze.
Let op het (zomerse) weer! Een hond heeft het heel snel te warm en daarom wordt afgeraden om in de zomer met de hond te canitrailen. Zelfs heel vroeg of laat op de avond kan de luchtvochtigheid je hond enorm in de weg zitten. Met een temperatuur tot 15, soms 18 graden zou je ‘s ochtends vroeg nog een klein blokje om kunnen doen. Wees scherp op de lichaamstaal van je hond. Als je ziet dat hij de buik wil koelen of veel wil drinken is hij misschien al te warm.
Aangeraden wordt om tussen juni en september een zomerstop in te lassen. In de overige maanden is de temperatuur en de luchtvochtigheid voor de hond veel beter te behappen. Kijk hierbij wel weer uit bij gladheid!
Neem altijd water mee en natuurlijk een lekkere traktatie om je hond mee te belonen na het harde werk. Na de training is het heerlijk om het harnas uit te trekken en nog even uit te lopen aan de riem of los indien het gebied dit toelaat. Geef de hond voor de training geen grote maaltijd, daar kan de maag erg door van slag raken en dit kan zelfs voor grote problemen zorgen. Je kan beter na de training voeren of in gedeeltes voeren. Je hebt ook speciaal ‘sportvoer’ om de hond van de juiste energie te voorzien op het juiste moment.
Bouw rustig op en geniet vooral van de avonturen die je samen met je nieuwe hardloopmaatje tijdens het canitrailen gaat beleven!
Door: Meike Kuipers (& Jax)