Wat valt er allemaal te zien
Burmaniazuil
Midden in het bos staat de Burmaniazuil, de zogenaamde ‘poppestien’. Vroeger stond er, naar horen zeggen, een loden haan op. Het verhaal gaat dat als de haan kraaide, de zuil kantelde zodat de moeder (of de vader!) de baby eronder vandaan kon halen.
Rabatten
Vanaf 1700 werden hier bossen aangeplant. Kijkje links over het weiland, dan valt het op dat het bos een goede meter hoger ligt. Hoewel je zou kunnen denken dat de weide ooit is afgegraven, zit de belangrijkste verklaring voor dit hoogteverschil in de bijzondere aanleg van het bos. Het staat namelijk op zogenaamde rabatten: kunstmatige ophogingen waarop de bomen zijn geplant. Zonder rabatten hadden de meeste voor houtproductie interessante boomsoorten geen overlevingskans. De bodem was eenvoudigweg te nat. Als gevolg van dit grondverzet ontstonden overal in het bos slootjes die de afwatering versnelden. De rabatten structuur is duidelijk te zien, juist voordat de route naar rechts afbuigt, in de strookbos waar je aan beide kanten van het pad in kunt kijken.
Voormalige heide
Het bos vertoont hier nog sporen van het heidelandschap dat hier ooit was. Onder de oude dennen groeien planten als struikhei, dophei, pijpenstrootje en vossebes. Zolang er voldoende licht op de bodem doordringt en de bodem nog voedselarm is, blijven ze in de ondergroei aanwezig. Behalve de meer uniforme vakken met naaldbos zie je ook gevarieerde stukken bos waar al spontane bosomvorming optreedt. Berken, eiken en lijsterbes schieten op. In deze afwisselende stukken bos leven talloze vogels als zwartkop, appelvink, wielewaal, spechten en mezen. Door de diversiteit aan planten vinden ze voldoende voedsel en nestmogelijkheden.
Hannekemaaiers
De dikke beuken op de Beakendyk zijn honderden jaren oud. De dijk was destijds een ‘verkeersader’. Arme hannekemaaiers (seizoensarbeiders) uit Duitsland trokken over de dijkrichting Drenthe om daar te gaan werken.
Koningsdiep
Het dal van het Koningsdiep is te zien aan de rand van het bos. Vroeger meanderde dit stroompje sierlijkdoor het landschap. Nu is de beek rechtgetrokken, zodat het water sneller stroomt en de wei- en bouwlanden droog blijven. De natuur ging er met deze ingreep niet op vooruit. Nu wordt er hard gewerkt om het landschap weer in z’n oorspronkelijke staat te herstellen.
Wespendief
De machtige wespendief broedt af en toe in dit bos. De vogel is dol op wespenlarven en -eieren. Natuurmonumenten kapt soms bomen voor hem. Dat is nodig voor een goede aanvliegroute naar zijn nest.
Heikikkers
Het bos verdroogt. Om het water beter vastte houden heeft Natuurmonumenten twee grote slenken hersteld. Nu kun je weer genieten
Sterrenschans
Middenin het bos vind je een heuse sterrenschans. Een sterrenschans – een aarden wal in de vorm van een ster – werd meestal aangelegd ter verdediging. Hier is de schans gewoon ‘voor het mooi’ of wellicht om wiskundeles op te geven.
van kleurrijke libellen, vleesetende zonnedauw en heikikkers.
Pingo
De waterplas bij de sterrenschans is niet zomaar een vennetje! Het is een pingoruïne, ontstaan in de laatste ijstijd. De grond was toen permanent bevroren. Het ijs stuwde de grond op. In de laagte bleef ijs (water) staan. Het vennetje biedt nu aan allerlei soorten vogels voedsel en een rustplaats.
Omgevallen bomen
Onderweg heb je waarschijnlijk hier en daar omgevallen bomen zien liggen. Waarom ruimt Natuurmonumenten deze bomen niet op? In een natuurlijkbos ruimt niemand anders dan de natuur zelf de bomen op. Het duurt wel wat langer! Maar totdat de bomen tot aarde zijn vergaan, profiteren veel dieren en planten van deze omgevallen reuzen. In het dode houtleven larven en insecten die als voedsel dienen voor vogels. Het rottend hout dient als voedingsbodem voor paddenstoelen en mossen.