Erfgoed route
Noordsche Veld en Peestermaden
Nergens in Nederland hebben onze verre voorouders zoveel sporen achtergelaten als in Drenthe. Het Noordsche Veld en Peestermaden staan onder andere daarom letterlijk en figuurlijk bol van de verhalen. Je vindt hier, rondom de Natuurplaats, nagenoeg alle typisch Drentse landschappen zoals heide, beekdal en bos. En dat binnen een straal van vijf kilometer. Het Noordsche Veld is een ware schatkamer van de prehistorie. Een deel van de schatten is verborgen in de bodem, maar bovengronds is er ook genoeg te zien om de verbeelding te prikkelen. Zoals de tientallen grafheuvels van 2800 tot bijna 4000 jaar oud, of de walletjes (raatakkers) die boeren meer dan 2800 jaar geleden rond hun akkers legden. En wat dacht je van een hunebed van meer dan 5000 jaar oud. Staatsbosbeheer is er trots op dat het Noordsche Veld, vanwege deze goed bewaard gebleven sporen uit het verleden, is aangewezen als archeologisch monument. De heide wordt begraasd met schapen, koeien en Nederlandse landgeiten zodat de heide z’n open karakter behoudt. Het Noordsche Veld zorgt voor een passend decor en staat samen met de Peestermaden garant voor een afwisselende wandeling of fietstocht waarbij je de rijke geschiedenis van het landschap kunt lezen.
Over de route
Tijdens de Erfgoed-route, een wandeling van ruim 15 kilometer, loop je door en langs meerdere typisch Drentse landschappen. Landschappen die door de eeuwen heen door het klimaat, weersinvloeden en de mens zijn gevormd. De wandelroute is ontstaan uit de samenvoeging van de Noordsche Veld-route en de Veentjesroute. Met de wandelroute kan dus worden gestart bij de Natuurplaats aan de Donderseweg 22 in Norg en bij café Hingstman aan de Hoofdstraat 18 in Zeijen. Tijdens het lopen van het tracé van de Noorsche Veld-route kun je ook nog gebruik maken van de informatiepunten langs de route die tekst en uitleg geven over het gebied. Van de Veentjesroute is een apart boekje verkrijgbaar bij de Natuurplaats in Norg en bij café Hingstman, bakker Jan Fleddérus en de Oranjerie in Zeijen.
Bos met groeiende variatie
Het bos ten noorden van het Noordsche Veld, waar je tijdens de wandeling doorheen loopt, is in 1940-41 aangelegd op voormalige heidegrond. Uit die periode stamt ook de veldkeienweg waar de wandeling gedeeltelijk langs loopt. Naast grove dennen en zomereiken is er opvallend veel lariks geplant. De lariks is één van de weinige naaldbomen die in de winter zijn naalden verliest. Dat maakt ook dat lariksbomen in het vroege voorjaar van die frisgroene naaldjes hebben. Het bos is destijds aangeplant voor de houtproductie. Daarvoor wordt het op kleine schaal nog steeds wel gebruikt, maar daarnaast zijn natuur en recreatie nu minstens zo belangrijke doelen in dit bos. Hierdoor is het beheer van het bos door de jaren heen veranderd in wat we in vaktermen geïntegreerd bosbeheer noemen. Binnen dit beheer is er meer plaats voor natuurlijke ontwikkelingen in het bos, wat meer ruimte geeft aan meer natuurlijke processen en verjonging. Hierdoor is het bos door de tientallen jaren heen gevarieerder geworden, heeft het een andere beleving gekregen en is het beter bestand tegen ziekten en weersinvloeden zoals een zware storm.
Zeijerstrubben
Daarnaast wandel je tijdens de Erfgoed-route ook nog door een bosgebied met een andere ontstaansgeschiedenis. Dit bosgebied, de Zeijerstrubben, was oorspronkelijk een eikenhakhout bos. Het bos heeft decennia lang dienst gedaan als gebruiksbos voor het naast-gelegen dorp. Boeren lieten er hun schapen en varkens grazen en men haalde er geriefhout (hout voor het maken van gereedschappen) en brandhout uit. Sinds 1959 zijn de Zeijerstrubben in beheer bij Staatsbosbeheer. De gebruiksintensiteit van het bos is sinds die tijd enorm afgenomen, maar het bos heeft nog steeds de karakteristieke uitstraling uit die tijd. De doorgegroeide spaartelgen, een tak die men liet staan tijdens het hakhoutbeheer, vormen tegenwoordig een grillig opgaand eikenbos. Daarnaast vind je er metershoge hulststruiken en in de kruidlaag onder de eiken komt, als enige vindplaats in Nederland, een vitale populatie van de Zweedse kornoelje voor. Al met al een prachtig erfgoed uit een rijk verleden.