Wat valt er allemaal te zien
Voorste Veen
Links van het pad door het bosje loopt een diepe sloot. De sloot werd ongeveer honderd jaar geleden gegraven om het Achterste Veen te ontwateren en turfwinning mogelijk te maken. Dit langgerekte veencomplex loopt door aan de andere kant van de weg van Gasteren naar Oudemolen. Daar heet het het Voorste Veen. Tussen de 100 en 200 duizend jaar geleden moet hier het beekdal van het Gastersche Diep gelegen hebben.
De beek is waarschijnlijk zo’n 10.000 jaar geleden dichtgestoven met dekzand. Het water kwam tot stilstand en de bedding groeide dicht met veen.
Achterste Veen
Vanaf het hoge duin heeft u een prachtig uitzicht op het Achterste Veen. Kenmerkend voor dit gebied is de gagel, een struikje dat zich in een milieu van vochtige heide en veentjes uitstekend thuis voelt. Voordat in het voorjaar de harde, langwerpige blaadjes verschijnen, zitten de struiken vol katjes. Ruik eens aan een fijngewreven katje en u vergeet gagel nooit weer. Verder groeien hier kostbare soorten als dophei, veenbies, lavendelhei, veenbes en ronde zonnedauw. De vlakte achter de eikenboom was nog niet zo lang geleden een akkertje op de rand van het Achterste Veen.
Beheer door begrazing
Wie regelmatig in de Gasterse Duinen komt, zal het beslist opgevallen zijn dat consequent beheer gedurende zo’n twintig jaar zijn vruchten begint af te werpen. Het hele jaar door worden de Gasterse Duinen begraasd door een twintigtal Schoonebeker heideschapen, de laatste jaren geholpen door een stuk of wat Schotse hooglanders. Het pijpenstrootje dat indertijd vrijwel de hele Gasterse Duinen bedekte, is langzamerhand behoorlijk op zijn retour en de duinen zijn weer met prachtige heide bedekt. Regelmatig laat Het Drentse Landschap gedeelten van de heide maaien of plaggen. Vlak voor u via een rooster het terrein verlaat, kunt u goed de effecten van dit soort maatregelen zien.
Grafheuvels
Links van het pad begint een hooiweg naar de beek. Halverwege komt u langs vier grafheuvels die gedateerd zijn op circa 1500 v.Chr. Als u doorloopt naar het diep, heeft u een prachtig uitzicht op de molen De Zwaluw (1837) bij Oudemolen.
Stroomdal Drentsche Aa
Onder het bruggetje door legt het Anlooër Diepje zijn laatste meters af in de richting van het Oudemolensche Diep. U staat hier midden in het stroomdallandschap Drentsche Aa. Dit natuurgebied kreeg halverwege de jaren zestig vorm toen het door een ruilverkaveling verloren dreigde te gaan. Staatsbosbeheer heeft nu in het Drentsche Aa-gebied meer dan 2000 hectare in eigendom. Door consequente verschraling zijn langs de beek prachtige blauwgraslanden ontstaan met orchideeën (foto), echte koekoeksbloem en ratelaar. Meer dan de helft van alle in Nederland voorkomende plantensoorten zijn hier aangetroffen! Het zal moeite kosten om ergens anders in Nederland een plek te vinden waar dat ook zo is. In juni zijn de bloemrijke hooilanden op hun allermooist.
Landgoed De Schipborg
Als u op het fietspad even een stukje linksaf gaat, hebt u een prachtig uitzicht op herenboerderij De Schipborg. Architect Berlage ontwierp deze kolossale boerderij in opdracht van de familie Kröller-Müller. De bouw duurde van 1914 tot 1916. Zoon Anton, voor wie de familie dit kostbare project had bedacht, bleek geen aanleg voor een carrière als herenboer te hebben en verdween al na een jaar van het toneel.
In de jaren 1996 en 1997 is op de 150 hectare grote landbouwgronden een gevarieerd bos aangelegd en is het een landgoed geworden. Landschapsarchitect Harry Berg liet zich bij het ontwerp inspireren door de strakke geometrie van de plattegrond van Berlage’s Plan Zuid in Amsterdam. Het landgoed is voor wandelaars vrij toegankelijk; het huis De Schipborg echter niet.
Terug op de wandeling passeert u voorbij het landgoed links van de weg de Burgvallen: het beekdal van het Anlooër Diepje. In tegenstelling tot de Drentsche Aa hoefde Staatsbosbeheer hier niets terug te brengen naar de oorspronkelijke situatie. Het is er gewoon allemaal nog! In het voorjaar staat de Burgvallen vol met bosanemonen en vrijwel nergens groeien zoveel orchideeën.
Karrensporen
Als u het reliëf van de Gasterse Duinen volgt, lijkt het net of er allemaal sloten over het veld lopen. Het zijn echter oude karrensporen, stammend uit een tijd toen er nog druk wagenverkeer over het veld was.
Hunebed
Eind 2000 zijn 21 van de 53 hunebedden in het beheer gekomen van Het Drentse Landschap. Het hunebed in de Gasterse Duinen is door zijn natuurlijke ligging een van de mooiste. Hunebedden komen veel voor in oude reisbeschrijvingen. Voor de meeste reizigers was het het eerste hunebed dat ze ooit zagen. Michiel van Bolhuis schreef bijvoorbeeld in 1694 na een copieuze maaltijd in Schipborg over de Gasterse Duinen dat:
‘daer 3 grote stenen op 7 à 8 kleindere laegen, waeronder wij doorkropen en overheen liepen, waer van geseit wijrde, een reus onder begraven te sijn’.